Niets lekkerder dan een heerlijke bonbon bij een kopje thee of koffie. Hoe leuk is het om die eens een keertje zelf te maken? Chocolade bonbons maken lijkt heel moeilijk, maar eigenlijk is het juist een leuke activiteit om bijvoorbeeld samen met je (klein)kinderen te doen. Wil je het ook een keer uitproberen? Lees dan in deze blog welke chocolade voor bonbons maken.
Verschillende soorten chocolade voor bonbons
Chocolade bonbons vind je bij de chocolaterie in heel veel verschillende soorten en smaken. Maar ze hebben allemaal 1 ding gemeen: elke bonbon is een klein chocolaatje met een vulling. Dat kan onder andere een vulling zijn van fruit en likeur, een noot zoals een hazelnoot bijvoorbeeld, een vulling van chocoladeganache, praliné en karamel. De chocolade aan de buitenkant kan pure chocolade zijn, maar ook melkchocolade, witte chocolade of zelfs rauwe chocolade.
Welke chocolade voor bonbons maken?
In principe kun je voor bonbons dus elke soort chocolade gebruiken. Wil je echter professioneel uitziende bonbons met een mooie glans? Dan gebruik je couverture chocolade. Deze chocoladesoort bevat extra veel cacaoboter, waardoor het beter smelt, een mooiere glans geeft aan de bonbons, gemakkelijk uit de vormpjes komt, lekker knapperige chocolade geeft en een gladde textuur heeft. Couverture chocolade is over het algemeen duurder, omdat het betere ingrediënten bevat. Kies je voor goedkope chocolade om bonbons mee te maken? Dan krijg je in plaats van een chocoladesmaak een beetje vettige nasmaak in je mond.
Hoe kun je zelf chocolade bonbons maken?
Voordat je je eigen bonboncreaties maakt, bedenk je eerst welke chocolade je wilt gebruiken en welke soort vulling. Zo is ganache bijvoorbeeld makkelijk om mee te beginnen, omdat dit een mengsel is van room en chocolade. We geven je hier een recept om zelf ganachebonbons te maken:
Benodigdheden:
- 650 gram chocoladecallets
- 100 milliliter vloeibare slagroom
- een bonbonvorm
- 2 spuitzakken
- een keukenthermometer
- een bakplaat bekleed met keukenpapier
Bereiding:
- Ganache: Maak eerst de ganache door de slagroom warm te maken in een pannetje en hier 250 gram chocoladecallets door te mengen. Haal het pannetje van het vuur en roer totdat je een glad ganachemengsel hebt. Vul de spuitzak met de ganache en leg deze in de koelkast.
- Temperen: Nu ga je de chocolade voor de bonbons temperen. Dit betekent dat je de chocola op de juiste temperatuur brengt voor het beste resultaat. Gebruik je melkchocolade of pure chocolade? Dan smelt je eerst 250 gram tot 45 graden. Hierna voeg je langzaam de overige 150 gram chocoladecallets toe, totdat de chocolade een temperatuur van 30 graden bereikt heeft. Bij witte chocolade smelt je eerst tot 40 graden.
- Chocoladecupjes: Vul nu een spuitzak met de gesmolten chocolade en vul de bonbonvormpjes. Tik de bonbonvorm tegen het aanrechtblad aan, zodat alle luchtbellen eruit gaan, en draai de vorm vervolgens om boven een bakplaat bekleed met bakpapier. Hierdoor ontstaan er chocoladecupjes. Zet de vorm nu een kwartier in de koelkast. De overgebleven chocolade gebruik je straks als bodem voor je bonbons.
- Vullen: Haal de vorm met chocolade en de ganache uit de koelkast en vul de chocoladecupjes met ganache. Bedek met een restje gesmolten chocolade.
Wachten: Zet je bonbons nu 8 uur in de koelkast en haal ze pas uit de vorm nadat ze een uur op kamertemperatuur zijn gekomen.
Dit is natuurlijk maar een basisrecept, maar je kunt hier naar hartenlust mee variëren. Wil je tips voor het perfectioneren van bonbons? Ga dan eens naar een chocolaterie in de buurt en vraag het aan een professional. Je vindt een chocolaterie door je postcode in te vullen op de startpagina van deze website.